Sinds 2012 zijn de ontwikkelingen qua strategische positionering van de (bij de Nederlandse Verenging van Dierentuinen, NVD) aangesloten dierentuinen onderzocht en gevolgd. Hierbij is gekeken naar de breed te managen aspecten van een dierentuin. Een dierentuinorganisatie dient in de huidige maatschappij duidelijke keuzes te maken. Of het nu gaat om de marketing en de beleving van de bezoekers, of de ethische keuzes die gemaakt moeten worden, de strategie bepaald veel van deze keuzes. De aandacht voor het welzijn van dieren in zoos is van steeds groter belang geworden. Het bepaald mede of het bestaansrecht voor het houden van dieren gewaarborgd is. Dit artikel zoomt in op de verschuivingen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden in de positionering, en probeert hieruit een visie op de toekomst te formuleren.
Mening over dierentuinen: Veel draagvlak; dierenwelzijn belangrijk thema
Voor het eerst in lange tijd is de mening van de Nederlanders over dierentuinen gepeild. Dierentuinen in ons land kunnen rekenen op een groot draagvlak. 70 procent van de Nederlanders staat er positief tegenover. Dit blijkt uit het publieksonderzoek van Kantar Public dat is uitgevoerd onder ruim 2000 Nederlanders, in opdracht van de Raad voor dieraangelegenheden, RDA.
In hun opvattingen over welzijn van dieren in een zoo zijn Nederlanders ambivalent. In de beleving van een meerderheid is het welzijn van dieren in Nederlandse dierentuinen voldoende. Het onderzoek laat ook zien dat ongeveer de helft van de dierentuinbezoekers vindt dat het welzijn niet voor alle dieren optimaal is. Ook vindt de helft van de mensen dat sommige diersoorten beter niet gehouden kunnen worden vanwege dierenwelzijn.
Maar liefst 93 procent van de Nederlanders ziet een rol voor dierentuinen in onze huidige maatschappij. 7 procent van de mensen staat negatief tegenover dierentuinen. Met name Nederlanders tussen de 18 en 34 jaar zijn in de afgelopen tien jaar negatiever gaan denken over dierentuinen. Dat geldt voor 1 op de 4 mensen in deze leeftijdsgroep. Voor zowel Nederlanders die zich negatiever en positiever zijn gaan verhouden tot dierentuinen is het welzijn van dieren hierin een belangrijke factor.
Het onderzoek is uitgevoerd in 2023 met een representatieve steekproef van ruim tweeduizend volwassen Nederlanders. Daaruit valt op te maken dat 72 procent van het Nederlandse publiek in de afgelopen vijf jaar eens of vaker een dierentuin heeft bezocht. We gaan vaker naar een dierentuin dan naar een museum.
Opvallend is dat veel bezoekers (47 procent) niet doelgericht een bepaalde dierentuin kiezen, maar hun keuze laten afhangen van praktische argumenten, zoals kosten of bereikbaarheid. Dat is meer van invloed dan een inhoudelijke voorkeur, zoals het willen zien van een bepaalde diersoort of een nieuw onderdeel van een dierentuin.
Houding ten opzichte van dierentuinen
70 procent van het Nederlandse publiek staat overwegend positief of zeer positief tegenover dierentuinen. Daarnaast is 23 procent neutraal en heeft 7 procent een negatieve houding. “Dierentuinen mogen blij zijn met het grote draagvlak. Het percentage negatief is best klein”, zegt onderzoeker Koenen, van Kantar. “Maar die 23 procent met een neutrale houding kan belangrijk zijn voor de toekomst. In maatschappelijke vraagstukken zie je dat deze groep kan neigen naar meer negatief, maar ook naar meer positief. Het zijn een soort zwevende kiezers.” Dat het standpunt kan veranderen, blijkt ook uit de antwoorden op de vraag: ‘Is uw houding in de afgelopen 10 jaar veranderd?’ Het blijkt dat 20 procent van de Nederlanders een positiever beeld heeft gekregen. Belangrijkste redenen hiervoor zijn de perceptie dat dierentuinen beter in staat zijn dierenwelzijn te bieden en dat dierentuinen een bijdrage leveren aan het beschermen van diersoorten. Aan de andere kant geeft 14 procent aan juist een negatiever beeld te hebben gekregen. Koenen daarover: “Als je inzoomt op die groep zie je dat jonge (18 t/m 34 jaar) en theoretische geschoolde (HBO, WO) mensen sterk zijn vertegenwoordigd. Van de theoretisch geschoolde oudere jongeren (25 t/m 34) zegt 31 procent in de afgelopen tien jaar een negatievere houding over dierentuinen te hebben gekregen.” Dat is beslist een groep om in de gaten te houden, vindt hij. “Uit onderzoek naar maatschappelijke veranderingen blijkt dat draagvlakveranderingen meestal beginnen bij deze groep. Jonge, hoogopgeleide mensen zijn de infuencers van de toekomst.”
Blik op de toekomst
Het onderzoek van Kanter geeft nog meer inzichten in de opinie van de Nederlanders. Op de vraag ‘Hoopt u dat er in de toekomst nog dierentuinen zijn in Nederland?’, antwoordt een meerderheid van 62 procent bevestigend. Daarnaast geeft 29 procent aan wel een toekomst te zien voor dierentuinen, mits er veranderingen plaatsvinden. Bij het rangschikken van mogelijke taken voor die dierentuin van de toekomst wordt het beschermen van diersoorten en het voorkomen dat deze uitsterven vaak als belangrijkste taak gezien. De traditionele rollen van recreatie en educatie scoren beduidend minder hoog. Uit de enquête blijkt dat 1 op de 10 Nederlanders liever geen toekomst voor dierentuinen ziet.
De grootste dierentuinen in Nederland
De Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD) vertegenwoordigt 13 grote dierentuinen in Nederland, die gezamenlijk jaarlijks ongeveer 10 miljoen bezoekers ontvangen. Deze dierentuinen spelen een cruciale rol in educatie, conservatie en recreatie. Hun strategische positionering is essentieel om relevant te blijven in een veranderende maatschappij waar dierenwelzijn en duurzaamheid steeds belangrijker worden.
Educatie en Bewustwording
Een van de belangrijkste pijlers van de NVD-dierentuinen is educatie. Door middel van interactieve tentoonstellingen, educatieve programma’s en workshops proberen de dierentuinen bezoekers bewust te maken van biodiversiteit en het belang van natuurbehoud. Dit educatieve aspect helpt niet alleen bij het informeren van het publiek, maar versterkt ook de positie van de dierentuinen als betrouwbare bronnen van kennis en bewustwording.
Conservatie en Fokprogramma’s
De NVD-dierentuinen zijn actief betrokken bij internationale fokprogramma’s en conservatieprojecten. Door samen te werken met andere dierentuinen en conservatieorganisaties wereldwijd, dragen ze bij aan het behoud van bedreigde diersoorten. Deze strategische samenwerking versterkt hun positie als leiders in natuurbehoud en benadrukt hun commitment aan het beschermen van biodiversiteit.
Duurzaamheid en Innovatie
Duurzaamheid is een kernonderdeel van de strategische positionering van de NVD-dierentuinen. Ze investeren in duurzame energiebronnen, verminderen hun ecologische voetafdruk en implementeren innovatieve technieken om het welzijn van de dieren te verbeteren. Door deze initiatieven positioneren de dierentuinen zich als vooruitstrevende en verantwoordelijke instellingen die bijdragen aan een duurzamere toekomst.
Samenwerking en Kwaliteit
De NVD-dierentuinen werken nauw samen op het gebied van kwaliteitseisen, onderzoek en verantwoord beheer van diercollecties en hun welzijn . Deze samenwerking zorgt ervoor dat ze hoge standaarden kunnen handhaven en continu kunnen verbeteren. Door gezamenlijk op te treden, versterken ze hun positie en kunnen ze beter inspelen op maatschappelijke veranderingen en verwachtingen.
Verschuivingen in positionering en bezoekersaantallen
De laatste vijf jaar hebben zich belangrijke verschuivingen voor gedaan in de Nederlandse markt van dierentuinen. Waar bezoekersaantallen al jaren weinig verschoven lijken deze na Corona wel te veranderen. De grootse groei komt van Safaripark Beekse Bergen die groeide van rond de 1 miljoen in bezoekers in 2018 (iets minder dan Diergaarde Blijdorp en Artis) naar ruim 1,56 miljoen bezoekers in 2024. Het succes is mede te verklaren door de ontwikkeling van het Safariresort en hotel waar gasten slapen tussen de Afrikaanse dieren. Ook het nieuwe evenement de Light Safari draagt bij aan het succes. Daarnaast investeerde het park veel in nieuwe verblijven, een restaurant en werden er drie Afrikaanse olifanten geboren. Moedermaatschappij van Beekse Bergen, Libéma, is sowieso al langer de grootste speler in de Nederlandse markt. Gezamenlijk hebben de 4 dierentuinen ruim 1,8 miljoen bezoekers.
Opvallend was de aankondiging van de herpositionering van Diergaarde Blijdorp. Hier gaat de dierentuin veranderen in een natuurbeschermingsorganisatie. In plaats van zicht te positioneren op uniciteit probeert de diergaarde meer ‘Purpose-driven’ te zijn. Met het masterplan 2050 pakt Blijdorp de biodiversiteitscrisis aan met vier kernprincipes:
- Stop the Loss: Het voorkomen van verdere uitsterving van soorten en vernietiging van leefgebieden.
- Reverse the Red: Het herstellen van de populatie van bedreigde soorten en ecosystemen.
- Brighten the Blue: Het herstellen en beschermen van mariene omgevingen
- Expand the Green: Het vergroten van natuurgebieden en verbeterde connectiviteit.
De eerste uitingen van de nieuwe positionering zijn, de focus op 10 centrale zeer bedreigde diersoorten (waaronder de rode panda en de Antiliaanse leguaan) en de herstructurering van de themadelen in het park naar impactzones.
De Amsterdamse dierentuin Artis wil de komende jaren minder focussen op dieren en meer op bomen en planten. Daarnaast heeft de hoofdstedelijke dierentuin afgelopen jaren geïnvesteerd in een nieuw Natuurhistorisch museum (Groote Museum), een nieuw leeuwenverblijf en wordt het aquarium gerestaureerd. Ook hier lijkt een meer purpose gedreven strategie te ontstaan. Artis zegt hierover zelf op hun site: “Door samen te ervaren, te leren en te handelen, maken we het verschil voor de wereld van vandaag en morgen. Kennis is de sleutel tot verandering. In Artis ontdek je hoe al het leven – groot of klein – met elkaar verbonden is. De wereld verbeteren doe je samen. Artis wil iedereen inspireren om verantwoordelijkheid te nemen voor de wereld om ons heen”.
Dierenrijk veranderde haar naam naar Eindhoven Zoo omdat het dierenpark door de jaren heen zich heeft ontwikkeld tot een volwassen dierentuin. Daarnaast spreekt de naam de steeds internationaler wordende Metropool-regio Eindhoven beter aan. Wildlands (adventure zoo Emmen) refocuste zich weer meer op haar functie als belevenisvolle dierentuin dan als themapark. De zichtbaarheid van dieren nam toe net als het aantal soorten dat er nu woont.
Ouwehands Zoo focuste zich op de ‘grote hits’ binnen een collectie van dieresoorten. In de afgelopen jaren voegden zij o.a. panda en koala’s toe. Beide diersoorten zijn uniek en verder in geen enkele andere Nederlandse dierentuin te zien.
Opvallende trends in de internationale markt
Ook de internationale dierentuinmarkt is in ontwikkeling. Opvallend is de druk op dolfinaria. In België moet Boudewijn Seapark op langere termijn stoppen met het houden van dolfijnen. De druk op dolfinaria komt vooral ook voort uit de ‘te kunstmatige verblijven (met o.a. chloorbaden), op entertainment gerichte shows en het verdere welzijn van de gehouden zeezoogdieren. Recentelijk werd Marineland Antibes in Zuid Frankrijk gesloten. In Europa, was dit de tweede locatie waar nog orka’s gehouden werden. De dieren blijven voorlopig in Frankrijk omdat de verplaatsing van de orka’s en dolfijnen naar Japan niet is goedgekeurd. Ook het Nederlandse Dolfinarium ontvangt steeds meer kritiek en is geen lid meer van de Nederlandse Vereniging van Dierentuinen (NVD).
Zoo-resorts
De ontwikkeling van zoo-resorts is in de laatste 10 jaar gigantisch geweest. De eerste ontwikkelingen waren zichtbaar in Frankrijk (exclusief verblijven bij Zoo de la Fleche, overnachten in lodges of safaritenten bij Le Pal, en Cerza). Inmiddels zijn er meerdere zoo-resorts. De volgende stap voor deze parken is om een waterpark toe te voegen. Hiervoor zijn plannen bij Chessington zoo en bij Pairi Daiza.Dit laatste park heeft in ieder geval ‘de lat’ voor internationale zoos flink hoger gelegd. Deze dierentuin is meer een theme-zoopark resort. De gast kan niet alleen de grote diversiteit aan dieren zien maar wordt ondergedompeld in verschillende werelddelen en hun authentieke gebouwen en natuur. Het park heeft ook een resortfunctie waar o.a. bij walrussen geslapen kan worden. Op dit moment realiseert het park de grootste overdekte jungle van Europa: een 22 meter hoge glazen serre van 200 bij 200 meter, waarin bezoekers zich straks wanen in Latijns-Amerika. Ook hier komen lodges voor overnachtingen en als laatste een enorm indoor waterpark.
Branchevreemd
Intussen komen er steeds meer belevingen die ‘branchevreemd’ zijn. Deze gebruiken de content van dieren en natuur als uitgangspunt, maar zijn geen typische dierentuinorganisaties. Zo houden zij geen levende dieren. Voorbeelden zijn Illuminarium (weken met immersieve projecties) in de Verenigde Staten en ‘Hologram zoo’(compleet digitale dierentuin) in Australië. De laatste organisatie zoekt nu franchise nemers in Europa. National Geografic opende de Ocean Odysee op Times Square in New York. Deze attractie name bezoekers mee in de diepe zee en maakte gebruik van diverse projectie technieken. De attractie opende net voor de corona-pandamie en werd na afloop niet meer geopend
Toekomstgerichte strategieën
In de toekomst zullen de NVD-dierentuinen zich blijven richten op het versterken van hun educatieve en conservatieve rol, terwijl ze inspelen op nieuwe trends en technologieën. Het rapport ‘Staat van het Dier’ benadrukt dat de relatie tussen mens en dier verandert, en dat dierentuinen zich moeten aanpassen aan deze verschuiving. Door proactief te zijn en te blijven innoveren, kunnen de NVD-dierentuinen hun positie als toonaangevende instellingen in de samenleving behouden en versterken.
De strategische positionering van de NVD-dierentuinen is dus een dynamisch proces dat voortdurend evolueert om aan de verwachtingen van het publiek en de behoeften van de dieren te voldoen. Door te focussen op educatie, conservatie, duurzaamheid en samenwerking, blijven deze dierentuinen relevante en gerespecteerde instellingen in Nederland.
Stond in het verleden (2012) de beleving van de bezoeker centraler en was uniciteit belangrijker, nu lijkt de strategie nog belangrijker te worden m.b.t. het balanceren van verschillende functies. Kortom de strategie moet zich blijven richten op de uniciteit (in manier van beleving of de collectie) maar kan ook meer doelgedreven zijn. Echter voor alle dierentuinen (eerst in Nederland en daarna zelf op Europees of wereldwijd niveau) geldt dat het imago van dierentuinen als organisatie steeds belangrijker wordt. Ze beschikken over een ‘groot podium’ dat veel kansen biedt voor een betekenisvolle beleving die naast ontspanning ook staat voor een bewustwording over de staat van onze ‘natuur’.
Grootste uitdagingen
De Nederlandse dierentuinen staan voor verschillende uitdagingen die hun strategische positionering beïnvloeden. Hier zijn enkele van de belangrijkste:
1. Dierenwelzijn
Het welzijn van de dieren is een cruciaal thema. Hoewel veel Nederlanders positief staan tegenover dierentuinen, is er een groeiende bezorgdheid over het welzijn van de dieren. Ongeveer de helft van de bezoekers vindt dat het welzijn niet voor alle dieren optimaal is1. Dit vraagt om voortdurende verbeteringen in de leefomstandigheden en verzorging van de dieren.
2. Financiën
Financiële uitdagingen blijven een constante zorg. Dierentuinen moeten manieren vinden om financieel gezond te blijven, vooral in tijden van economische onzekerheid. Dit kan betekenen dat ze nieuwe inkomstenbronnen moeten aanboren, zoals zakelijke evenementen, verblijfsrecreatie en thematische attracties. In de huidige Nederlandse markt is het vooral ook belangrijk om onderscheidend te blijven, maar met het centrale imago van de NVD-tuinen in gedachte.
3. Innovatie en beleving
Het bieden van een betekenisvolle beleving is essentieel. Dierentuinen moeten innovatieve manieren vinden om bezoekers te betrekken en te inspireren, bijvoorbeeld door het creëren van thematische zones en het aanbieden van unieke ervaringen. Ook de integratie van technologie kan veel innovatie brengen. Hierbij liggen er grote kansen voor augmented reality, en het gebruik van projectietechnieken.
Door deze uitdagingen aan te pakken, kunnen de Nederlandse dierentuinen hun rol als belangrijke educatieve en conservatieve instellingen blijven vervullen en hun positie in de samenleving versterken.
Goof Lukken (53) is senior lecturer Attractions & Theme Parks Management, Tourism and Leisure bij Breda University. In het verleden werkte hij als marketing en pr-manager voor Libéma/Safaripark Beekse Bergen en was hij betrokken bij de introductie van Dierenrijk (nu Eindhoven Zoo). In de laatste 15 jaar heeft hij veel onderzoek in de dierentuinmarkt gedaan.